Extra handen in de klas. Dat is de ondersteuningsbehoefte van onze beide pleegkinderen: inmiddels 7 jaar in groep 3 en de oudste van 11 in groep 7. Meestal is direct al duidelijk dat de leerkracht handen te kort komt. Wat er gebeurt, is eindeloos praten en praten, ondertussen tikt de tijd weg zonder dat er iets gebeurt. We zien dat er veel tijd en energie gaat naar zorgoverleggen. Psychologen, orthopedagogen, logopedisten en ergotherapeuten, iedereen heeft een visie. De leerkrachten zijn duidelijk: we hebben geen ogen nodig in de klas maar handen. In dit blog deel ik onze ervaringen en inzichten zodat jij die ook kunt meenemen in de beslissingen die te maken zijn als het gaat om de inzet van hulp op school.
Handen tekort
De ontwikkeling van onze beide kinderen heeft in de loop van de jaren best wat hindernissen te trotseren. Dit vraagt extra handen in de klas. Ieder jaar is het weer spannend wat er nodig is. De basisondersteuning op school is meestal niet toereikend. Er is een afstand te overbruggen tussen daar waar de klas is en waar onze kinderen zijn. Telkens is het weer de vraag wie die afstand moet overbruggen. Het kind of de leerkracht. Opvallend is dat de hulp meestal te laat komt, wat betekent dat achterstanden eerst groter worden en dat onze kinderen psychisch en emotioneel belast worden. Een onmachtige leerkracht heeft simpelweg handen tekort.
Meten is weten
In het kader van passend onderwijs is de inzet van overleggen met het samenwerkingsverband nodig om de ondersteuningsbehoefte van kinderen in kaart te brengen. Onderzoek is belangrijk, want als je goed weet wat er aan de hand is, kun je extra hulp in de klas inzetten. Dat betekent onderzoeken bij de oogarts, taal- en spraakonderzoeken, intelligentieonderzoeken, logopedische onderzoeken, gehooronderzoeken en dyslexieonderzoeken. Er komen heel wat “ogen” aan te pas terwijl iedereen ziet dat er extra handen nodig zijn. Deze onderzoeken geven in zekere mate inzichten en handelingsadviezen die helpend zijn. Soms geven de onderzoeken toegang tot extra hulp. Meestal vertragen ze ook de hulp en zorgen ze voor belasting en het missen van onderwijs tijd. De leerkracht weet vaak precies waar het aan schort en mist eenvoudigweg de extra handen in de klas om net even de ondersteuning te geven die nodig is.
De prijs in tijd en geld
De kosten van alle zorgoverleggen op school en onderzoeken zijn enorm. Reken maar uit wat een gesprek kost met twee ouders, de leerkracht, een intern begeleider, een onderwijsspecialist en een psycholoog van het samenwerkingsverband. Natuurlijk, het is fijn om elkaar te spreken en gebruik te maken van deze deskundigheid. Onze ervaring is dat het vaak bij praten blijft en dat het per saldo maar weinig extra handen in de klas oplevert. Als er dan toch geld te veel is, zou het dan niet handiger zijn om deze inzetten zodat het bij het kind terechtkomt?
De opbrengst van onderzoek
De onderzoeken hebben ons opgeleverd dat er zaken zijn uitgesloten. Het is fijn om te weten dat er een normale intelligentie is en waar de sterke en zwakke kanten liggen in het intelligentieprofiel. Zo hebben we ook een procedure van jaren voor een gehoorapparaat doorlopen, wat na drie maanden in de kast terecht is gekomen. Het gehoorprobleem heeft zich vanzelf opgelost ondanks de onderzoeken. Het dyslexieonderzoek, ook een traject van jaren, zeer belastend en tegelijk met een hoog rendement. Onze oudste leest in groep zeven op het niveau van groep acht. Dit was vakmanschap.
Welke inzichten kunnen we uit onze ervaring halen?
Onderzoek geeft inzicht en is belastend
Het doen van onderzoek helpt om zaken uit te sluiten en helder te krijgen. Op het moment dat je niet goed weet links of rechts af te slaan dan is dat heel bruikbaar. Het nadeel is dat het veel tijd kost en belastend is voor de kinderen. In ons geval en bij veel pleegkinderen is het al duidelijk dat er handen nodig zijn. Uiteindelijk is een onderzoek 2 jaar geldig en de algemene handelingsgerichte adviezen worden vaak al uitgevoerd.
Laagdrempelige onderwijsassistenten binnen school zijn helpend
De inzet van extra handen in de vorm van onderwijsassistenten en stagiaires in het onderwijs is buitengewoon helpend geweest. Meestal gaat het bij onze kinderen er om dat ze zich veilig voelen. Deze onderwijsassistenten zijn relatief goedkoop en hebben onze kinderen effectief een steuntje in de rug gegeven. De extra middelen die bijvoorbeeld direct vanuit de MPO-middelen komen zijn voor onze kinderen zeer waardevol geweest. Ze zijn ook echt bij onze kinderen terechtgekomen.
Inzet en effectiviteit van samenwerkingsverbanden is minimaal
De inzet van MDO en onderwijsadviseurs heeft ons weinig opgeleverd. De weg om te bewandelen is in ons geval duurder dan de inzet die daar uiteindelijk daaruit voortkomt. Die inzet is een druppel op een gloeiende plaat. Het geeft even verlichting voor de leerkracht en dan is het weer op. De externe mensen, die relatief duur zijn, sloten niet altijd aan bij de methoden van school, wat samenwerken lastig maakt. Betekent ook weer een extra belasting voor de leerkracht om af te stemmen. Onze kinderen zijn voor het verkrijgen van deze hulp uit de klas en missen dan ook weer lesstof, wat ook weer voor nieuwe hiaten zorgt. Onze oudste wil eigenlijk normaal zijn en gewoon meedoen in de klas.
Je kunt geen koe melken zonder je handen te gebruiken
Je kunt geen koe melken zonder je handen te gebruiken. Deze uitspraak is hier ook zo waar. De kinderen hebben hulp nodig van mensen die een ambacht kunnen. Iemand die degelijk onderzoek doet, brengt iets toe. De logopedist voegt iets toe. De ergotherapeut leert ons kind netjes schrijven. Allemaal waardevol. De wijkteammedewerker, pleegzorgmedewerker, gezinscoaches, de onderwijsadviseurs, ze praten vooral, wat meer belastend is dan dat ze daadwerkelijk iets toevoegen.
Conclusie
Het is telkens afwegen wat er in iedere fase nodig is aan extra handen in de klas. Een handig advies is: volg hierin echt je ouderlijke intuïtie. Van alle deskundigen ben je als ouder het meest deskundig, op je kind na. Natuurlijk, een onderzoek kan inzicht geven en een traject kan helpen een stap te zetten. Tegelijkertijd verloopt de ontwikkeling van pleegkinderen vaak anders. Kernwoorden voor ons zijn veiligheid, rust en verbinding. Juist laagdrempelige handen dichtbij in de klas zijn voor ons het meest effectief geweest. Dat is tegelijk ook een relatief goedkope vorm van ondersteuning. Dus wat ons betreft, in iedere klas een onderwijsassistent!
In gesprek over extra hulp in de klas
Heb jij ook een pleegkind en vind je het moeilijk om de juiste zorg voor je kind in te zetten. Plan gerust een belafspraak. Ik kan met je meedenken over hoe extra handen in de klas in te zetten.
Gerelateerde artikelen
- Wie haalt de slotjes van de jeugdhulpverlening in Amersfoort?
- Zelfvertrouwen vergroten: hoe help je (pleeg)kinderen met boos gedrag
- Een eigen plek voor kleine beer, de knuffel van ons pleegkind
- Met je pleegkind op vakantie: samen de wereld ontdekken
- Pleegouder zijn: een bijzonder positie ten aanzien van het kind
- Gehechtheid pleegouder: hoe zorg je daarvoor?
- Pleegouderschap: wij doen het samen
- Je (pleeg)kind heeft veiligheid nodig. Hoe pak je dat aan nu er een nieuwe leerkracht komt?