Waarom je kind boos wordt, maar geen verdriet laat zien
Waarom je kind boos wordt, maar geen verdriet laat zien. Veel ouders herkennen dit. Je kind ontploft om iets kleins. Een verkeerde beker. Een verloren spelletje. Een nee op het verkeerde moment. En als je vraagt: “Ben je misschien verdrietig?, wordt de boosheid alleen maar groter.Dat is geen toeval. En het zegt niets negatiefs over jouw kind.
Waarom boosheid vaker zichtbaar is dan verdriet
Boosheid is een emotie die kracht geeft. Verdriet vraagt iets anders: vertraging, kwetsbaarheid, overgave.
Voor veel kinderen is boos worden makkelijker dan verdriet voelen. Boosheid zet het lijf in actie. Verdriet maakt klein. En klein zijn voelt niet altijd veilig.
Zeker bij kinderen die:
- gevoelig zijn
- veel meemaken
- zich snel aanpassen aan anderen
- of vaak “sterk” zijn
is boosheid vaak de emotie die als eerste naar buiten komt.
Wat er onder boos gedrag van kinderen zit
Onder boosheid zit bijna altijd iets anders:
- teleurstelling
- machteloosheid
- spanning
- angst
- of gemis
Boosheid is zelden het echte probleem.
Het is een signaal.
In de binnenwereld van een kind staat op dat moment een beschermer aan. Die zegt als het ware: “Dit is te spannend om te voelen, ik neem het over.”
Soms ben jij strenger dan je partner.
De ene ouder zegt “geen tablet meer”, de ander zegt “laat nog even.”
Dat voelt ongemakkelijk, alsof je elkaar tegenspreekt.
Maar het is menselijk om niet altijd op één lijn te staan.
Boosheid als bescherming
Een belangrijk inzicht voor ouders is dit:
Boosheid beschermt iets zachters vanbinnen.
Als je boosheid meteen probeert weg te halen, raakt een kind dat gevoel van bescherming kwijt. Dan wordt het gedrag vaak groter, niet kleiner.
Wat een kind nodig heeft is niet correctie, maar regulatie en nabijheid.

Wat helpt als ouder (en wat juist niet)
Wat vaak niet helpt:
- “Je hoeft niet boos te zijn”
- “Doe eens normaal”
- “Het stelt toch niks voor”
- “Ga maar even afkoelen”
Wat wél helpt:
- Benoemen zonder oplossen
“Ik zie dat je boos bent.” - Blijven in plaats van wegsturen
“Ik blijf even bij je.” - Minder praten, meer aanwezig zijn
Pas als de spanning zakt, ontstaat er ruimte voor woorden. Niet andersom.
Praktische oefening voor thuis
Oefening: boosheid laten zakken
- Ga naast je kind zitten of staan
- Zeg één korte zin:
“Ik zie je boosheid. Je hoeft niets uit te leggen.” - Doe samen iets eenvoudigs:
- een rondje lopen
- rustig ademen
- iets vasthouden (knuffel, bal)
Vaak merk je dat er daarna vanzelf iets anders komt. Een traan. Een zucht. Of juist stilte. Alles is oké.
Wanneer extra hulp helpend kan zijn
Blijft boosheid:
- heel intens
- dagelijks aanwezig
- of lijkt je kind vast te zitten in spanning
Tot slot
Je hoeft boosheid niet weg te halen.
Je hoeft verdriet niet weg te duwen
Als jij blijft, mag je kind langzaam volgen.
In het programma Gelukkige kinderen, gelukkige ouders
Leer je precies hoe je dat doet:
stap voor stap ontdekken wat er onder het gedrag van je kind zit,
hoe je grenzen stelt zonder strijd,
en hoe je als ouder stevig blijft, ook als het even schuurt.
Je hoeft niet perfect te zijn, alleen aanwezig.
Heb je vragen of wil je persoonlijk sparren? Neem gerust contact met mij op. Samen kijken we wat er nodig is voor jouw kind.






0 reacties