Werkt tot tien tellen eigenlijk wel als je boos bent?

Werkt tot tien tellen als je boos bent eigenlijk wel? We zijn zo geneigd om onze kinderen deze tip te geven. In dit blog neem ik je mee met de
voor- en nadelen van tot tien tellen. Natuurlijk krijg je ook weer een tip waar je direct mee aan de slag kan.

Tot tien tellen helpt om de ademhaling te controleren en zorgt voor rust

Stel je voor: Je bent woedend en je krijgt de tip: eerst tot tien tellen. Dat helpt omdat de meeste kinderen dan even uit de situatie
gaan en rust gaan zoeken. Dat is helpend want dan kunnen ze als het ware afkoelen. Zo voorkom je dat je in een boze bui onhandige dingen gaat
doen. Een tweede voordeel is dat kinderen door te tellen ook hun ademhaling gaan controleren. Door te tellen gaat de ademhaling van hoog in de borst naar de buik. Wanneer de ademhaling in de buik is worden kinderen rustiger.

Tot tien tellen is voor sommige kinderen niet voldoende

Voor nogal wat kinderen zal tot tien tellen niet voldoende zijn. Het boze gevoel zakt bij de meeste kinderen wel. Het boze gevoel is meestal niet opgelost. Sterker nog het tot tien tellen kan ervoor zorgen dat kinderen in het boze gevoel blijven hangen. Kinderen worden meestal niet zomaar
boos en hebben ze een goede reden om boos te zijn. Er is iets aan de hand wat aandacht verdient en dat wordt niet opgelost. Kinderen blijven
in de boosheid hangen en er hoeft maar iets te gebeuren en ze zijn opnieuw boos. De boze gevoelens en gedachten blijven bestaan. De
denkbeeldige angel zit er nog in.

Lichaamsbesef ontwikkelen

Kinderen die vaak boos zijn verliezen de controle over hun lichaam. Meestal hebben ze onvoldoende lichaamsbesef hebben ze daarmee
ook weinig emotioneel besef. Hierdoor overkomt de boosheid hen als het ware. Vaak weten ze niet hoe de boosheid is ontstaan. Het overkomt hen
ze kunnen de situatie niet veranderen. Ze hebben geen enkele grip op het boze gevoel. Ze zijn als het ware een speelbal van de eigen
gevoelens.

Kinderen die snel en vaak boos zijn help je door ze emotioneel bewust te maken.

Dit doe je door kinderen te helpen de lichaamssignalen die bij boosheid horen te herkennen. Bij boosheid gaat de adem
omhoog (naar de borst) en de spieren spannen zich aan. Het gezicht wordt  heel heet of juist heel koud. Soms gaan de handen of de vingers trillen. Kinderen vertellen vaak ook dat de boosheid in het hoofd of in de handen zit. Het contact met de grond wordt verloren. Dit is het moment dat kinderen een
speelbal worden van emoties en ze geen keuze meer hebben. In de boosheid doen ze dingen waar ze later spijt van hebben. Kinderen
verliezen zelfbeheersing.

Is het waard om te vechten?

Wanneer kinderen zich bewust worden van hun emoties dan ontstaat er ruimte voor reflectie. “Ik voel dat ik kwaad ga worden. Wil ik dit
eigenlijk wel? Is dit het wel waard om te gaan te vechten?” Vaak zal het  antwoord van kinderen “nee” zijn. Het helpt kinderen wanneer ze vervolgens bewust contact maken met de grond. Zet de voeten stevig neer (gronden). Adem rustig en diep, span de buik iets aan (centreren). Op deze manier leren kinderen zelfbeheersing. Kinderen die de vaardigheid hebben geleerd hebben een keuze: om boos te worden of iets anders te doen. Als er iets gebeurt wat niet leuk is kan je gaan vechten. Natuurlijk zijn er nog heel veel andere dingen die je kan doen. Wanneer kinderen bewust een keuze maken dan lossen ze het boze gevoel als het ware op.

Welke tip kunnen we kinderen geven?

Tot tien tellen heeft als grote voordeel dat kinderen uit de situatie gaan en daarmee is zeker al iets gewonnen. De boze gevoelens en gedachten
blijven en daarna zijn ze vaak opnieuw snel boos. Met de techniek gronden en centreren leren kinderen om zichzelf te beheersen ook als ze
onder druk komen te staan. Deze techniek kan met aandacht in korte tijd worden aangeleerd. Kinderen ontwikkelen zo lichaamsbesef en
hierdoor ook emotioneel besef.